Jack O´Lantaarn
Op de foto rechts zie je een orginele Ierse Jack O´Lantaarn uit het begin van de 20ste eeuw gesneden uit een knol.
De orginele Jack O´Lantaarns werden in Ierland gesneden uit koolrapen, aardappelen of suikerbieten.
In het begin van de 19de eeuw was er in Nederland een vergelijkbare traditie rond Sint Maarten,
er werden lantaarns gesneden uit koolraap, suikerbiet of een komkommer.
De oudste vermelding van de Ierse benaming Jack O´Lantaarn stamt uit 1835 waarin de legende van Jack O´Lantaarn
besproken wordt. Hieronder een moderne vertelling van deze legende:
De Legende van Gierige Jack |
Van deze legende bestaan verschillende versies met een vergelijkbare strekking.
Zo kwam ik ook tegen dat Jack alleen aan de hel kon ontkomen door een ziel te vinden die
met hem wou ruilen. Jack kreeg een gloeient kooltje mee om z'n weg te verlichten, die hij in een uitgeholde
koolraap deed. Rond Samhain/Halloween, wanneer de sluier tussen de werelden dun is, kon je dan Jack en z'n
lichtje zien dwalen, op zoek naar iemand die zijn plaats in kon nemen.
Daarom maakt iedereen Jack ´O Lantaarns, want dan denkt Jack dat ze ook dwalende zielen zijn en laat hij je met rust.
(zie: Ravenwolf blz.38-41)
Andere benamingen voor de Jack O´Lantaarn die ik ben tegengekomen zijn: bogies, spunkies,
Hoberdy's Lantern (eind 18de eeuw) en Will-O'-the-wisp ofwel een Dwaallicht.
Deze lichten zouden komen van dwalende zielen zoals Jack, de lantaarns stellen dan de lichtjes
van de overledenen voor. De lantaarns lijken een redelijk recente ontwikkeling te zijn, ze komen
praktisch niet voor in de Engelse literatuur van voor 1900 na nul (zie Hutton blz.383).
Ook in Nederland zijn er rond het lopen met lichtjes in uitgeholde suikerbieten, koolrapen of lampionnen met
Sint Maarten geen verwijzingen gevonden die verder terug gaan dan tot het einde van de 18de eeuw
(zie Ned.Jaarfeesten blz.195).
Men ging van de 13de tot de 19de eeuw in Nederland wel met brandende fakkels langs de deur om turf, hout en ander brandbaar materiaal op te halen, ook kreeg
men dan appels, mispels, noten of kleingeld. De appels, noten en mispels werden in een korf gedaan die boven een vuur werd
gehangen totdat de bodem van de korf vlam vatte. Dan werd er hard aan de korf geschud zodat al het inmiddelse gepofte lekkers
alle kanten op vloog. Dit werdt van de 13de tot de 19de eeuw de Sint-Maartens Schuddekorfsdag genoemd. Vanaf de 19de eeuw
wordt dit gebruik niet meer vermeld. (zie Ned.Jaarfeesten blz.193-194).
De uitgeholde suikerbieten, koolrapen en andere lampionnen zijn dus iets van de laatste eeuwen.
De vuren rond Samhain en Sint-Maarten kennen een
veel langere geschiedenis. Wellicht dat het trick or treat gebruik zich mede ontwikkeld heeft
uit het ophalen van brandbare materialen voor deze vuren. Ook het gebruik om eten en drinken te offeren aan de doden rond Samhain
kan een basis zijn geweest voor deze bedeltochten. Met deze Jack O´Lantaarns deed men zich immers voor als een dolende ziel
van een overledene met een lichtje....